Zweefvliegen
Zweefvliegen is het vliegen in een vliegtuig zonder motor. Het vliegtuig vliegt hetzelfde als een doorsnee vliegtuig, alleen heeft het vliegtuig geen aandrijving van een motor. Om toch te kunnen vliegen maken we gebruik van de zwaartekracht en vliegen we constant in een dalende lijn ten opzichte van de omringende lucht.
Lierstart
Voor het starten maken we gebruik van een lier want het vliegtuig kan niet zelf starten. Deze lier trekt het vliegtuig middels een lange kabel de lucht in en brengt het vliegtuig tot een hoogte van ongeveer 500 meter. Vanaf daar begint de zweefvlucht. Zonder thermiek duurt een vlucht 10 á 15 minuten.
Thermiek
Als er wel thermiek is kunnen we langer vliegen. Door instraling van de zon warmt de aarde en de lucht erboven op. Sommige delen warmen meer op (weiland) dan andere delen (water). Hierdoor krijg je verschil in temperatuur en de warme lucht wil gaan stijgen. Zo ontstaat de thermiek, een kolom warme stijgende lucht. Als wij daarin vliegen gaan we mee omhoog. Op deze manier verlengen we onze vlucht. Als je gebruik kan maken van thermiek kan de vluchtduur tot uren worden verlengd. Door van thermiekbel naar thermiekbel te vliegen kan de vluchtafstand worden vergroot tot honderden kilometers. Een goede zweefvlieger ‘voelt’ waar de thermiek zit.
Mogelijkheden
Het zweefvliegen kent meerdere mogelijkheden en uitdagingen. Afhankelijk van je ervaring en bevoegdheden mag je deze uitvoeren.
Wat is overland vliegen? Zijn er ook wedstrijden? Wat is kunstvliegen? Lees hieronder dat het zweefvliegen niet alleen maar vluchten van 10 minuten zijn!
Lokaal vliegen
Bij lokaal vliegen blijft men binnen een straal 5 kilometer van het vliegveld en zorgt de vlieger ervoor dat hij/zij altijd veilig terug kan komen naar de landingsplaats.
Ruim lokaal vliegen
Als het weer het toelaat kan de vlieger de grenzen iets gaan verleggen. De vlieger gaat de afstand tot het vliegveld vergroten en zal de omgeving verder gaan verkennen. Dit betekent dat je ongeveer een straal van 25 km rond het vliegveld vliegt. Vanuit Vliegbasis Volkel vlieg je dan naar Nistelrode, Oss, Nijmegen, Boxmeer en weer terug. Het is wel de bedoeling dat het vliegtuig eind van de vlucht landt op de startplaats, je blijft dus binnen het zogenaamde “glijbereik” van het type vliegtuig.
Overland vliegen
Als het nou echt mooi weer is kan overland worden gevlogen. Dit betekent dat de vlieger de hele dag het vliegtuig tot zijn beschikking heeft en een grote afstand kan vliegen. Vanuit Volkel vliegen we meestal richting het Noorden of het Oosten omdat het Zuiden een beperkt luchtruim (Vliegveld Eindhoven) heeft. Bij overland vliegen bepaalt men een route en vlieg je van thermiekbel naar thermiekbel richting je doelbestemming. In principe is de eindbestemming het vliegveld waar je ook gestart bent. Op deze manier kan, afhankelijk van het weer, een route worden afgelegd van 300 kilometer of meer.
Het kan onverhoopt voorkomen dat de thermiek afzwakt eind van de middag en dat de thuisbestemming niet meer wordt gehaald. De vlieger probeert zo ver mogelijk te komen maar zal uiteindelijk ergens moeten landen. De vlieger moet dan een buitenlanding maken. Bij voorkeur is dit op een zweefvliegveld dat op route ligt, maar het kan ook een weiland zijn. De vlieger moet vanuit de lucht bepalen of het veld geschikt is (grootte, vlak, geen obstakels) om te landen en de landingsrichting bepalen (tegen de wind in). Na een veilige landing neemt de vlieger contact op met zijn ophalers en wordt hij/zij opgehaald. Het vliegtuig kan uit elkaar worden gehaald en in een speciale aanhanger worden geplaatst. Traditie is dat de vlieger de ophalers trakteert op McDonalds.
Aerobatics
Voor wie nog niet voldoende uitdaging heeft gevonden in het vliegen bestaat er nog de mogelijkheid te kunstvliegen (aerobatics). Dat betekent het maken van ingewikkelde figuren tijdens het vliegen. Een zweefvliegtuig kan bijna alle aerobatic figuren. Loopings, klaverblad, rollen, rugvlucht, stall turn, niets is te gek. Tijdens deze figuren ervaart de vlieger hoge G-krachten en het vraagt veel inspanning. Ons aerobatic vliegtuig kan tot +6.5 g en -4 g.
Wedstrijden
Jaarlijks worden zowel nationaal als internationaal tientallen zweefvliegwedstrijden georganiseerd. Wedstrijden zijn er in 2 categorieën: overland vliegen en aerobatics. Zowel voor gevorderden als beginners. De meeste wedstrijden zijn op overlandvliegen ingericht een hebben het doel een afstandsvlucht te maken. Op basis van de weersvoorspellingen wordt een vaste route uitgezet met 2 of meer keerpunten en de finish op startlocatie. Het is aan de vliegers die route zo snel mogelijk te vliegen na opening van de startlijn.
Met de technologieën van tegenwoordig kunnen deelnemers de route in hun vluchtcomputers invoeren. Ze kunnen zelfs live gevolgd worden via internet. Een opdracht kan honderden kilometers groot zijn. Het is aan de deelnemers te bepalen hoe ze van het ene keerpunt naar het volgende keerpunt vliegen. Het meest efficiënt is natuurlijk in een rechte lijn, maar omdat een zweefvliegtuig onderweg thermiek moet vinden is dat niet mogelijk. Een wedstrijd vliegen is uren achtereenvolgend geconcentreerd rekenen, voorspellen en vliegen tegelijk.
Bij aerobatic wedstrijden vliegt iedere deelnemers vanaf een bepaalde hoogte een set figuren. Het is te vergelijken met schoonspringen. Degene die de figuren het beste uitvoert krijgt de meeste punten.
Video “How a Gilder works”: