Zweefvliegopleiding

Binnen het zweefvliegen heb je 3 categorieën piloten. DBO, Solist, brevethouders. Iedere categorie heeft haar eigen opleidingstraject en verantwoordelijkheden. Een solo vlieger mag bijvoorbeeld niet zomaar een grote afstand vliegen. Sommige brevethouders volgen bovendien een opleiding tot instructeur. Lees hieronder hoe het precies zit met de zweefvliegopleiding.

DBO

Zweefvliegen leer je niet uit een boekje, maar van jouw instructeur. Je zit voorin in een tweezitter en de instructeur zit achterin. Dit noemen we DBO (Dubbel Besturing Onderricht). Beide zitplaatsen zijn voorzien van stuurorganen zodat de instructeur op een veilige manier vanuit de achterste zitplaats het vliegtuig kan besturen. Stap voor stap wordt het vliegen geleerd, beginnend met de basisprincipes in de lucht tot het starten en landen. Dit oefen je tot je zelfstandig kunt vliegen. Dit valt allemaal onder EVO (Elementaire Vliegopleiding). Als je 10 opeenvolgende vluchten maakt zonder ingreep van de instructeur, mag je voor het eerst solo vliegen. De gemiddelde DBO’er maakt 50 tot 80 starts voordat hij/zij solo gaat vliegen.

Lid worden

Solist

Je eerste solo vluchten maak je in hetzelfde vliegtuig als tijdens de opleiding, alleen blijft de instructeur nu aan de grond. Na tenminste 10 vluchten op de tweezitter stap je over naar een eenzitter. Dan heb je nog niet je vliegbrevet, dat komt later. Met voldoende ervaring kun je in deze fase ook nog overstappen naar een van onze andere typen eenzitters.

Brevethouders

(SPL): Na ongeveer 50 á 100 solovluchten is het de bedoeling dat je het VVO (Voortgezette Vliegopleiding) traject in gaat. Daar komt bij kijken dat je de theorieopleiding gaat volgen. Deze wordt ’s winters in eigen beheer gegeven en moet worden afgesloten met enkele officiële landelijke examens. Je gaat ook weer opnieuw met een instructeur vliegen. Samen met de instructeur zal je oefeningen doen die benodigd zijn om je vliegbrevet te halen. Uiteraard lukt dit niet in 1 vlucht en zal je ook hier tientallen vluchten mee bezig zijn. Uiteindelijk, wanneer alle oefeningen zijn afgetekend, wordt het examen aangevraagd. Je vliegt 3 vluchten met een examinator die je vraagt oefeningen te laten zien. Bij succesvolle vluchten en een kort mondeling theorie examen, ben je geslaagd en heb je je vliegbrevet zweefvliegtuigen behaald.

Het voordeel van het hebben van een brevet is de uitbreiding in de bevoegdheden. Zo is het toegestaan passagiers te vliegen, overland te gaan, aerobatics en onze prestatie tweezitter te mogen vliegen. Veel zweefvliegers blijven brevethouder en genieten van de vrijheid die het zweefvliegen te bieden heeft.

Instructeur: Enkele leden hebben de ambitie om instructeur te worden en hun kennis en kunde over te brengen aan de nieuwe leden. Ook hiervoor geldt een opleidingstraject dat zowel theorie- als praktijk bevat. Onze vereniging telt ongeveer 12 instructeurs. Op iedere vliegdag is een instructeur aanwezig. Ook de instructeurs zetten zich volledig vrijwillig in voor de vereniging. Er is voor de instructeur dus geen commercieel belang om met jou als leerling te vliegen.

De gehele zweefvliegopleiding (met uitzondering van de theorie examens) zijn onderdeel van je lidmaatschap en kosten dus niks.

Interessante links en downloads over zweefvliegopleidingen

De zweefvliegopleding bestaat uit 3 onderdelen. Het begint met de elementaire vliegopleiding EVO, daarna volgt de VVO-1 en VVO-2.

Link naar EVO

Download EVO in PDF

Link naar VVO-1

Download VVO-1 in PDF

Link naar VVO-2

Download VVO-2 PDF